Het is 13 april, maar zeker geen ongeluksdag. Integendeel. De zon staat in Zandvoort stralend aan de hemel. Op het strand verschijnen al de eerste badgasten. Binnen op het circuit, in de vip- box van Red Bull, zitten kinderen die nog iets veel leukers gaan doen dan spelen met schepjes en emmertjes. Samen met hun ouders, vriendjes, broertjes en zusjes zijn ze vanuit alle hoeken van het land naar het circuit gereden. Vrolijk en opgewonden, maar ook wel een beetje zenuwachtig.
Vandaag mogen ze iets doen wat niemand die ze kennen ooit heeft gedaan. Iedereen is jaloers, vooral hun vaders, die vandaag niet zelf mee mogen doen en daarom alles filmen met hun telefoon. Want natuurlijk genieten zij ook als hun kinderen genieten. De kinderen zijn te gast op een evenement van Groot Hart, een grote groep vrijwilligers en sponsors die kinderen een leuke dag willen bezorgen.
Ze mogen racen in een echte open, speciale raceauto met een professionele, dure helm op, naast een ervaren coureur. Waarom mogen deze kinderen wat alle kinderen wel zouden willen? Dat is een moeilijke vraag. Zo op het oog is er geen of weinig verschil tussen de kinderen met schepjes op het strand, de kinderen die als vriendjes of familie zijn meegekomen en de kinderen die zelf, speciaal voor dit evenement zijn uitgenodigd. Alleen de volwassenen weten dat het ene kind een moeilijker leven heeft dan het andere. De uitgenodigde kinderen hebben last van een nare ziekte waardoor ze bijvoorbeeld vaak naar het ziekenhuis moeten. Maar daar gaat het vandaag helemaal niet over.
Vandaag zijn alle kinderen hetzelfde. Vandaag is niemand ziek. Alleen voor dit stukje wil Sacha, de moeder van Levi (10), vertellen dat haar zoon soms nare aanvallen heeft waardoor hij midden in de nacht met de ambulance naar het ziekenhuis moet. Hij zit daardoor op een andere school dan zijn tweelingzusje Bo en dat is natuurlijk ook niet echt fijn. Bo is er vandaag ook en net als haar broer vindt ze het geweldig dat ze straks mee mag in de raceauto.
En dan is er ook nog de familie van Daryl (8), een van vriendje Levi. Ze kennen elkaar van dezelfde speciale school. Daryl heeft een andere ziekte en daardoor bleek die school niet meer geschikt voor hem. Hij moet nu al maanden verplicht thuis wachten tot een passende school in Den Haag is gevonden. Zijn ouders en hij zijn superblij dat het hele gezin nu wat afleiding heeft op deze circuit dag van Groot Hart.
Eerst luistert iedereen aandachtig naar coureur Thierry die samen met coureur Bart uitleg geeft over het programma van vandaag. De coureurs hebben natuurlijk allebei een racebrevet, maar het lijkt wel of ze ook gediplomeerd grappenmaker zijn. Hun uitleg over de race van vandaag is zo grappig dat vooral de ouders regelmatig in de lach schieten. Ze zeggen bijvoorbeeld dat de kinderen er goed op moeten letten dat de coureurs echt rechtdoor gaan en rondjes rijden omdat het een beetje onhandig is als er plotseling tegenliggers aankomen. Ook mogen de kinderen nooit hun helm afdoen; een hoofd zonder helm mag niet mee in de auto. En oh ja, de kinderen die het echt een beetje te hard vinden gaan, moeten eerst de coureur hard op zijn been slaan en dan met hun duim naar beneden wijzen. En als het best nog iets harder mag doen ze gewoon hun duim omhoog.
Het ongeduld onder de kinderen groeit. Dan is het eindelijk zover. Om de beurt worden ze gezet in de speciale raceauto’s van Groot Hart. Even is het spannend, het licht is nog rood en de coureurs moeten wachten tot ze zeker weten dat het licht groen is. Maar er is niet veel tijd, want straks moeten de gewone races van vandaag weer verder. Daardoor lijkt er geen tijd meer te zijn voor Gijs, een van de oudere jongens die rustig op zijn beurt heeft gewacht. Coureur Bart laat hem gewoon instappen en rijdt zomaar het circuit af de boulevard van Zandvoort op. Glunderend stapt Gijs een kwartier later weer uit. “We reden 160 in plaats van 60 zegt hij glunderend.” Dat mag natuurlijk helemaal niemand weten en misschien overdrijft Gijs wel een heel klein beetje. Maar dat mag, op deze zonnige, succesvolle, Groot Hart dag.
Auteur: Mirjam Bartelsman